Alles waar ik me mijn vriendinnen vroeger op veroordeelde werd ik zelf. Ik kon het alleen nog maar over mijn baby hebben met anderen. Ik snapte plotseling waarom moeders hun haar kort knipten en fleece-truien droegen. Ik overwoog Birkenstocks te kopen waarop een vriendin ingreep en zei: ‘Dit gaat niet goed, je bent nog één stap verwijderd van Crocs’. Het gaat plotseling niet meer over jou. Ik deed er niet meer toe. Gek is dat, hoe dat werkt dat moeder worden. Overweldigend, dat is volgens mij hoe het voelt als je net moeder wordt. 

De gedachte dat ik dit ooit in mijn eentje moest gaan doen, nota bene in Portugal bracht me op slag tot tranen. Maar gelukkig heb ik en had ik sterke steunpilaren om me heen, die me verzekerden dat er een moment kwam dat ik me weer een beetje Annemarie ging voelen. Langzaam maar zeker veranderde de stormachtige lange donkere nachten in lichtere dagen en hoorde ik de vogels weer fluiten. De lente brak aan. De zes weken ‘hulpverlening’ van moeders werden afgezwakt. Het leven diende zich weer aan. Een nieuw leven met Otis. Het leek erop alsof hij er altijd al geweest was. Kortom, het werd heel langzaam tijd om te gaan denken aan de toekomst maar hoe zag ik die dan precies? Ik had bedenktijd genoeg tijdens mijn eindeloze wandelingen door het bos. Wilde ik nog wel terug naar Portugal? Wat had ik daar nog te zoeken? 

Terugkeren naar je ouders op je 40ste terwijl je zwanger bent, had ik me anders voorgesteld. Ik vond het geweldig. Nu ik zelf moeder was begreep ik ze veel beter. Er was totale overgave. Ook smolt ik door alle liefde en aandacht die mijn zoontje kreeg van mijn hele familie. Niet alleen mijn gezin maar ook mijn ooms en tantes, neven en nichten lieten zich vaker zien. Familie kreeg zo’n andere lading. Ja, mijn leven was inmiddels in Portugal. Ik had daar alles zodanig uitgestippeld dat we konden gaan maar één ding had ik daar niet: familie. Ik sprak er veel over en mijn ouders steunden me wederom. Ze maakten me duidelijk dat ik onder invloed van hormonen nog niet helder na kon denken. Er zou een moment komen waarop ik terug wilde en het wilde proberen. Ik had daar teveel opgebouwd om het zomaar weg te gooien. Ik moest het gewoon proberen. Met de grootste aarzeling boekte ik mijn ticket. En voelde het niet goed? Dan was ik met een korte vlucht weer ‘thuis’.

Beetje bij beetje verlangde ik weer naar Annemarie zaken. Zo werd ik door een vriendin subtiel gewezen op het feit dat een bezoekje aan de schoonheidsspecialist me goed zou doen en een ander adviseerde me een kappertje. Het onderkantje begon ook te helen. Ik had zelfs weer de kracht om mijn eerste wijntje te drinken en het vertrouwen om hem zo nu en dan alleen achter te laten bij mijn ouders. Iets waar ik de eerste weken nog echt niet aan moest denken maar alle clichés blijken zo waar! Ik probeerde ook een nieuwe outfit te scoren, ik liep immers al weken in mijn groene trainingspak, tot grote ergernis van mijn vader. Maar winkelen viel tegen want plotseling heb je zo’n ander lijf. Dat was toch even wennen! 

Ik durfde steeds meer dingen met Otis te ondernemen. Het hele fragiele van de baby en mijzelf was eraf. Ik voelde me steeds zelfverzekerder in mijn rol als mama. Een lieve vriendin en collega van mij uit Lissabon is Braziliaans. Haar moeder had altijd de droom om de Keukenhof te bezoeken. Ik sprak met haar af dat ik daar ook zou komen. Ik ging dus voor het eerst een dagje op stap met een baby en vroeg me af: hoe moeilijk kan het zijn? 

Even voor de duidelijkheid, Otis heeft reflux. Daar lacht hij zelf om maar op het moment van dit uitje spuugde hij zo’n beetje alles wat hij binnenkreeg weer uit. Er waren dagen dat ik hem vier keer een andere outfit aan moest doen. Mijn zus waarschuwde me al voor vertrek extra kleren mee te nemen. Uitjes met baby’s verliepen altijd anders dan gepland. Man, ze kreeg gelijk! 

Outfit één haalde het vertrek niet eens. Aangekomen bij de Keukenhof (tussen alleen bejaarden overigens) gaf ik hem vluchtig de fles op de achterbank in de auto (die hij uiteraard onder plaste toen ik hem vooraf verschoonde). Vluchtig met een reflux baby is nooit een goed plan. Niet lang na binnenkomst was ook outfit twee kletsnat. Daar sta je dan met het zweet tussen je billen in zo’n kleine, stinkende wc een baby te verschonen mijmerend hoe je leven zo drastisch is veranderd. Op de terugweg besloten we te gaan eten, in het restaurant trakteerde hij me nog even met een spuitluier tot in z’n nek. De reserve kleren kwamen goed van pas en ik geloof niet dat ik ooit zoveel gezweet heb! En Otis? Die lachte alleen maar. Ik herhaal het nog maar eens: ze maken baby’s niet voor niets zo schattig!

De tijd tikte weg. Portugal kwam steeds dichterbij. Gevoelens waren nog steeds verwarrend. Vlak voor vertrek was er ‘mama’s laatste uitje’, Koningsdag. Oh oh oh wat was het fijn om het even niet over de baby te hebben, kattenkwaad uit te halen met de meisjes en even een glimps van jezelf te zijn maar toch eerder af te haken omdat je uiteindelijk niets liever wil dan knuffelen met je kleine meneertje. The day after bleek maar weer eens dat alcohol en het moederschap een moeilijke combinatie zijn. 

De koffers werden gepakt en langzaam diende het onvermijdelijke afscheid zich aan. Ik weet dat er altijd een weg terug is maar mijn hart deed zeer. Echt zeer. Ik verlangde naar het leven met mijn zoontje maar wist ook zeker dat er een groot gemis voelbaar zou zijn. Elke ochtend als ik beneden kwam zaten daar mijn ouders in afwachting wie hem als eerste mocht vasthouden. Dit vertrek werd lastig voor velen. Ik wist dat er weddenschappen werden gemaakt hoe lang het zou duren voordat ik terugkwam met Otis. Die inspirerende quotes zeggen altijd dingen als: Doe elke dag iets buiten je comfort zone. Vertrekken uit mijn comfort zone was waarschijnlijk een van de engste dingen ooit in deze nieuwe hoedanigheid.