Goed, een positieve zwangerschapstest. Nu verwacht je vast een vervolg waarin ik zweefde van blijdschap, het van de daken wilde schreeuwen, dat ik uiteen barste van trots. Helaas, het eerste trimester samengevat in een woord: verwarrend!
De eerste die ik belde was mijn moeder. Met haar Achterhoekse nuchterheid probeerde ze mijn verwachtingen te temperen. Het was pril en cijfers liegen niet, de kans dat het misgaat in de eerste paar weken is aanzienlijk, daarnaast voelde ik me zo moe. Ik wist niet of het van de zwangerschap kwam of door de wirwar aan emotie. Ik kon het gewoon niet geloven. Het klinkt misschien gek maar het is ook een van de redenen dat ik het belangrijk vond dat dit platform er kwam. IVF was in mijn wereld moeilijk, had een kleine kans van slagen, ik kende niemand bij wie dit in één keer slaagde en bij mij gebeurde dit. Het overviel me als een ongeplande zwangerschap. Later besefte ik ook dat ik natuurlijk nooit een probleem had gehad met vruchtbaarheid maar met mannen. Op dat moment was de informatie die ik tot me had gekregen over IVF niet toereikend met het oog op mijn eigen situatie. Ik wist niet wat ik met mezelf aan moest.
Degene die nauw betrokken waren bij mijn traject informeerde ik. Ik voelde me enigszins schuldig dat ik die overweldigende blijdschap gewoon niet leek te voelen. Wellicht was het te wijten aan het overschot aan hormonen dat door de injecties nog door mijn lijf circuleerde maar ik was mezelf niet. Na twee weken kreeg ik mijn eerste echo. Mijn ‘bro-tje’ had de werktitel Lola gekregen omdat ik overtuigd was dat ik een meisje kreeg, gezien er maar eentje over was, moest het toch een dappere dame zijn? Daarnaast hoorde ik in de wachtkamer dat voor mijn terugplaatsing ‘Whatever Lola Wants’ op de radio. Een teken dacht ik. Daar op beeld was het toch wel behoorlijk echt hoor! Er zat ‘iets’ dat zelfs al met zes weken een hartslag had, een super goed teken volgens mijn arts. Er was wel iets, er zat een bloeding tussen de navelstreng en de baarmoeder en ik moest twee weken plat. Ik ging van nul naar honderd en was ervan overtuigd dat het daardoor wel mis moest gaan. Mijn arts probeerde me gerust te stellen voor zover dat mogelijk was. In dit soort gevallen is een taalbarrière gewoon een ding, helemaal als het om medische termen gaat.
Het was hoogzomer in Lissabon. Ik besloot mezelf te verwennen en een tijdje in een hotel in de stad te gaan zitten met zwembad. Daar merkte ik voor het eerst dat het echt ging gebeuren. Toen ik in de ochtend wakker werd en niet direct iets te eten om me heen had, besefte ik me dat ik mezelf naar beneden moest zien te krijgen voor het ontbijt en dat dat een heel karwei ging worden. Na mezelf naar beneden gesleept te hebben en aarzelend een broodje naar binnen werkte, sprintte ik niet veel later door de hotellobby op zoek naar de dichtstbijzijnde toiletpot om die te knuffelen. Het was aan, ik was echt super zwanger. De twee weken rust wierpen zijn vruchten af. De bloeding was verdwenen. Het werk in de kliniek zat erop. Van de receptioniste tot mijn arts, iedereen kwam afscheid nemen en wenste mij geluk. De persoonlijke aandacht van het personeel is echt iets dat ik nooit ga vergeten.
Mijn zwangerschapssymptomen varieerden van enorme migraines, tot enorme trek in groene appels en af en toe een knuffelsessie met de pot maar de meest aanwezige was toch wel: ‘mom rage’. Net zoals ik me beperkt verdiept had in het IVF traject, had ik me ook nooit verdiept in het zwanger zijn. Eveneens achteraf maar goed ook. Ik was gewoon onuitstaanbaar. Een vriendin die op de dag van mijn coming out ook redelijk tactloos vertelde ook zwanger te zijn van een barkeeper die het kind niet wilde, moest het zwaar ontgelden (te zwaar). Hoe kon ze zo een ondoordachte keuze maken? De man in de supermarkt die, in mijn ogen, veel te dicht achter mij stond in de rij tijdens een pandemie, kreeg een ware tirade om zijn oren waarin ik plotseling vloeiend Portugees sprak. De skateboarder die controle over zijn board verloor en vol op me inreed met een bebloede enkel tot gevolg, mag blij zijn dat hij nog leeft. Nu, mede door die psychologische hulp, besef ik dat ik het zo spannend vond wat er in mijn lijf gebeurde dat ik het ergens op af moest reageren. Mama was boos op alles en iedereen maar het toppunt kwam nog.
Het Engelse ontbijtje waarmee mijn traject mee begon, bezocht Lissabon. Hij besloot als verrassing op mijn stoep te staan. Ik ging akkoord met een etentje voor zover ik iets weg kon krijgen. De avond verliep moeizaam. Ik wilde slapen. Bij het afscheid wilde hij praten. Als mannen willen praten, betekent dat in mijn ogen om te beginnen al weinig goeds. Hij miste me en wilde weten waar het fout was gegaan. Ik vertelde hem dat ik wilde dat hij het geluk zou vinden bij een ander. Mannen, dit zeggen wij wel maar daar menen we geen zak van natuurlijk! Ik vertelde hem dat het niet meer ging tussen ons. Was het zijn gekrenkte ego? Was het überhaupt waar? Want na deze mededeling sprak hij de befaamde woorden: ‘I have made someone pregnant’. Woede was waarschijnlijk niet eens het goede woord. Het was de overtreffende trap. Hoezo ging hij mij dit vertellen terwijl ik zelf twaalf weken zwanger was en hij mij altijd had verteld dat hij geen kinderen wilde en mezelf twee keer gedwongen had een morning after pil te nemen? Theatraal liep ik weg. Ik was 24 uur heartbroken.
Mama was boos. Mama was het eerste trimester heel boos. Mama verdiepte zich en kwam tot het inzicht dat ‘Mom Rage’ daadwerkelijk een ding was. Ik kwam tot het besef dat ik mezelf nimmer zou betitelen als een drinker maar ik miste mijn wijntje, mijn sport, mijn sociale bestaan, mijn uitlaatkleppen, ik moest even wennen aan deze nieuwe vorm. Maar tussen mijn woede en angst door, tikte ik de twaalf weken aan. Werd mijn tweede trimester beter?